Guyot snoei

Home » Kenniscentrum » Druiventeelt » Groei en Snoei » Guyot snoei

Wintersnoei

Theorie van de wintersnoei (Guyot)
 

Wintersnoei en aanvullende bewerkingen in het groeiseizoen gedurende de eerste vier jaren bij wijnstokken volgens de enkel-guyot snoeimethode. Tekeningen zijn van André Meyermans-Scherpenheuvel.

(Nb. klik op de afbeelding voor een uitvergroting)

We snoeien wijnstokken in het laatste kwartier van februari. De meeste strenge vorstperiodes zijn dan voorbij en de sapstroom is nog niet op gang gekomen. We snoeien niet onder het vriespunt en bij regen. Altijd 1 cm voorbij een knop snoeien, anders verdroogt hij.

1e jaar: Bij het planten begin mei de stok terugsnoeien op 1 of 2 ogen (ook de wortels inkorten tot ongeveer 10cm, ofwel een "handbreedte").

Bij vorst beschermen want jonge stokken zijn vorstgevoelig. Eventueel planten uitstellen als er veel nachtvorst verwacht word.

Aanvankelijk de beste twee rankjes opkweken. Bij 20 cm hoogte de beste aanbinden en daarna de andere(n) wegnemen. Dieven toppen op 2 bladeren.
Het 1e (en 2e) jaar alle vruchten verwijderen zodat de plant zich kan richten op de groei van het gestel.

Eind juli of eerder bij 150 cm hoogte: toppen.

Doel: dikte kweken.

Tip: ook op de stam de onderste takjes/bladeren laten zitten zodat de stam sneller verdikt.

Tip: als de scheut dunner is dan een potlood, dan de scheut tot op 1 à 2 knoppen terugsnoeien (omdat de scheut anders nooit krachtig genoeg wordt.)
 

2e jaar: We snoeien de stok terug op 60 cm, dat is 10 cm onder de onderste draad en snoeien ook de dieven weg. Als de stok onder niet de dikte heeft van een potlood snoeien we terug op 1 of 2 ogen. Denk aan die 1 cm! Gedurende het groeiseizoen binden we de bovenste twee of drie ranken vast.

De onderste toppen we op 2 of 3 bladeren. Eind juli, of eerder als de ranken de bovenste draad bereikt hebben, toppen we de opgebonden ranken. Normaal halen we dit jaar nog alle trossen weg.

Alleen bij buitensporige groeikracht kunnen we enkele trossen laten groeien.

3e jaar: De hoogste rank houden we aan, en snoeien terug op ongeveer 110 cm. De tweede hoogste rank wordt teruggesnoeid op 2 ogen. Alles daaronder word glad tegen de stam weggesnoeid. Bij zonnig weer word de hoogste rank voorzichtig horizontaal (vlak) gebogen en vastgezet.

De vruchtranken binden we regelmatig aan. Dieven onder de trossen breken we weg. Boven de trossen op 1 of 2 bladeren toppen. Maximaal 2 trossen per rank. Vervangranken max 1 tros. Bij bovenste draad toppen.

bron: André Meyermans uit Scherpenheuvel, oud-leraar aan de tuinbouwschool van Leuven.

4e (en opvolgende) jaar: Laatste Kwartier in februari snoeien we de platliggende rank weg, op voorwaarde dat er een vervanger beschikbaar is (is dat niet het geval dan gaan we tijdelijk gedwongen over op cordonsnoei en snoeien we de vruchtranken op enkele ogen terug). Dit doen we bij droog weer, zodat de grote snoeiwond goed opdroogt. De oude vruchtranken kunnen we rustig bij regen afsnoeien en verwijderen. Dit werk vergt de meeste tijd. Hebben we geen nachtvorstbestrijding, dan kunnen we de twee vervangranken rustig verticaal aangebonden laten.

Als ze uit gaan schieten zullen we (bij zonnig weer) in principe de bovenste rank weer snoeien op 110 cm en horizontaal buigen (op een warme dag uitbuigen en niet tijdens vorst in verband met mogelijk breken van de scheuten). Daarna de onderste rank terugsnoeien op 2 ogen. Is de bovenste rank bijv. aangetast door botrytus, dan zullen we de andere uitbuigen, anders hebben we kans dat er geen enkel oog uitloopt.

 

 

Praktijk van de wintersnoei (Guyot) 

Op 14 februari 2009 gaf Ad Leenaars een introductie snoeien op wijngaard "De Steenen Beer".

Hierbij een overzicht van de instructie, de gegeven tips en foto’s ter ïllustratie (Nb. klik op de afbeelding voor een uitvergroting).
 

Ad legt uit waar de schaar er in moet. Kiezen van takken en inspecteren van buurplanten is altijd nodig.

 

Bij Guyot-snoei gebruik je de bovenste tak uit het voorgaande jaar om vruchtdragende takken uit te laten groeien. Die snoei je terug op het aantal ogen waaruit de vruchtdragende takken zullen komen.
De onderste tak uit het voorgaande jaar gebruik je om daaruit takken te laten groeien waarvan de bovenste een jaar later weer vruchtdragend hout zal voortbrengen, en de onderste later weer.. enzovoort. Waarom de onderste? Omdat anders de plant steeds hoger wordt. Tot zover de theorie.

De praktijk is soms weerbarstiger, zoals blijkt op deze foto. De onderste en bovenste eenjarige takjes zien er niet best uit: te dun en niet goed verhout. Wat nu? Misschien kun je de tak die nog net zichtbaar is bij de clip gebruiken voor vruchtdragend hout. Die staat echter wat ver van de stam. Het alternatief zou kunnen zijn: de boventak van een naburige plant wat langer (op meer ogen) snoeien. Dan ontstaat er geen gat in de loofwand. Bij snoeien moet je dus altijd vooruitkijken hoe de naburige planten er bijstaan. Soms moet je wat lengte overhouden voor de buurplanten.
Dat is één, maar je hebt nu nog geen ondertak. Door een sneetje te maken in de stam (door de schors, maar niet te diep), veroorzaak je het uitlopen van het eerstvolgende slapende oog in de stam.

Takken genoeg, zou je zeggen. Maar let op: hier is dubbel Guyot gesnoeid (vruchtdragend hout twee kanten op), en dan ligt de zaak iets gecompliceerder dan wanneer alles één kant op is gesnoeid (enkel Guyot). Je hebt hier twee takken nodig die moeten worden aangebonden (komt later in het seizoen vruchtdragend hout op). En twee heb je nodig voor de vervanging van het hout van dit jaar (bij foto hierboven). Twee gan er sowieso weg, omdat er afgelopen jaar trossendragende takken uit kwamen (die zijn nu nog aangebonden). Gaan we tellen, dan hebben we eigenlijk maar drie takken om mee verder te werken.
De oplossing: één van de twee benodigde ondertakken via een sneetje net boven een slapend oog (zie tekst bij foto 2) uit de stam laten komen. Andere oplossing: overgaan op enkel Guyot en het gat in de loofwand opvullen met een nieuwe plant of extra lang vruchtdragend hout van een buurplant.
 

De boventak die vruchthout gaat dragen moet na het snoeien voorzichtig gebogen worden om te voorkomen dat die niet afbreekt. Je kunt dit doen nadat alles gesnoeid is. Als rechte tak aanbinden (in plaats van als gebogen tak) heeft trouwens voor- en nadelen. Zie elders op deze website.

Soms gaat het mis met voorjaarsvorst, zoals hier in 2008 gebeurde bij de vorstgevoelige Rondo. Een aantal ogen loopt niet meer uit en er dreigt een gat in de loofwand te ontstaan. Dit is enigszins te verhelpen door naburige trossendragende takken naar het gat toe aan te binden. Voordeel is dan wel een betere ventilatie en lichtinval. Bij het snoeien speelt dit verder geen rol, omdat de boventak weer gewoon op de goede lengte wordt gebracht en aangebonden.

Ad legt uit, wat de gewenste lengte van de aan te binden tak is, die vruchtdragend hout zal voortbrengen. Kortweg: Weinig ogen geven fellere groei met kans op schaduw en minder oogst; en veel ogen geven matige groei (geeft minder schaduw in de loofwand, dus meer licht op de bladeren) en wat meer oogst, die echter later afrijpt. Groeikracht hangt sterk af van druivenras en vruchtbaarheid van de grond.

Sterke groei is niet altijd een voordeel. Op dit gedeelte van de wijngaard van Henk staan tweejarige planten in grond die vroeger een moestuin was. Weinig bestrijdingsmiddelen, wel erg vruchtbaar. En dat zie je aan de plant. Van drie takken moet er voor enkel Guyot één worden aangebonden, en één als vervanging voor het jaar erna gaan dienen (hierboven ondertakken genoemd). Maar welke? Ze zijn alledrie ongeveer even dik, en erger: té dik. Buigen zal lastig worden.

Struisvogelpolitiek in de wijngaard: Heb je een “vacature” dan kun je die opvullen door een tak van een naburige plant de grond in te buigen en een jaar later los te knippen. Dit heet afleggen en is eigenlijk een vorm van stekken. De stek vormt zelf wortels, maar heeft uiteraard geen onderstam en dus geen bescherming tegen druifluis. Op zandgrond is dat niet zo’n groot bezwaar. Zit er aan de omgebogen tak nog eenjarig hout, dan draagt dit meteen ook vrucht.
Afleggen werd/wordt veel toegepast bij teelt van druiven in kassen.

  Tip: voor de beginner/’kleine wijngaardenier’ die met een gebroken (guyot) arm komt te staan.
Zolang de boog er nog aanhangt kun je hem nog goed spalken met bijv die platte stokjes van ijsjes. Bevestig in eerste instantie de drager weer vertikaal aan de draden. Dan kun je met vliegertouw de ‘spalken’ omwinden. Op een later tijdstip kun je dan opnieuw uitbuigen, waarbij je de oude breuk ontziet en uiteraard wat concessies zult moeten doen aan ‘de vlakke boog’. Het scheelt je wel 25 trossen druiven!

Tip: Als u een vorstgevoelige wijngaard bezit is het aan te bevelen de soorten die vroeg uitlopen (bijv. Rondo of Solaris) het laatst te snoeien. Immmers: hoe later je snoeit, hoe later de stok uitloopt.

 

Werkgroep Wijnbouw, revisiedatum 25-jan-2013   

 

Item toegevoegd aan winkelwagen.
0 items - 0,00